Brandwerende doorvoeren “het vergeten kindje” in beheer?

Hoe belangrijk! Het onderhoud en beheer van de brandwerende doorvoeren, onder welke discipline vallen deze nu eigenlijk? Hoort het bij de werktuigbouwkundige, elektrotechnische installateur of toch bij de bouwkundige aannemer die het gebouw gerealiseerd heeft en die af en toe een reparatie uitvoert of een kleine interne verbouwing uitvoert?

Wat wij vaak zien is dat partijen naar elkaar wijzen en dat gebouweigenaren het niet helder op het netvlies hebben.

Wat zijn brandwerende doorvoeren? Doorvoeren zijn de elementen die niet beperkt worden tot één ruimte. Bijvoorbeeld kabels, buizen (centrale verwarming, gekoeld water, tapwater) of luchtkanalen die lopen van ruimte tot ruimte, of die door het plafond heen gaan. Dergelijke elementen vind je in vrijwel elk gebouw terug, maar niet iedereen heeft door hoe belangrijk het is om deze doorvoeren brandwerend te maken. Daarom zijn er eisen gesteld in het Bouwbesluit. De doorvoeren zijn namelijk de achilleshiel van de compartimenten binnen uw gebouw.

Indien deze doorvoeren naar verschillende brandcompartimenten lopen, zullen deze op de scheidingswand (of plafond) brandwerend moeten worden afgewerkt om het doorslaan van een brand tegen te houdende en de compartimentering op orde te houden. De compartimentering is vastgelegd. Bij nieuwbouw is het meestal zo geregeld dat de bouwkundig aannemer deze rol op zich neemt. De werktuigbouwkundige installateur zorgt keurig voor aanvullende zaken als brandkleppen e.d. Maar wat als het gebouw een aantal jaren in gebruik is en door onderhoudspartijen zijn een aantal mutaties in de elektrotechnische en of werktuigbouwkundige installatie doorgevoerd? Deze mutaties vallen onder artikel 1.16 lid 2 van de Zorgplicht:

Artikel 1.16 lid 2 Zorgplicht
2. Na het aanbrengen of wijzigen van een kabel-, leiding- of andere doorvoer in of door een scheidingsconstructie waarvoor op grond van dit besluit een eis met betrekking tot de weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag of rookdoorgang geldt, wordt de weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag of rookdoorgang op adequate wijze gecontroleerd.

Met andere woorden, na elke mutatie zal de brandwerende doorvoering gecontroleerd, en indien nodig, hersteld moeten worden!

Daarom is het van belang dit als default mee te nemen in de offertes van de onderhoudspartijen. Vaak worden deze uitgesloten in de offertes, omdat men vindt dat deze zaken onder de bouwkundige kop vallen. Neem maar de stelling aan! Via onderaanneming kan dit echter prima meegenomen worden en zo ontstaat een totale ontzorging voor u als gebouweigenaar.

Met behulp van “de brandwerende quickscan” maakt WHC voor u de stand van zaken inzichtelijk, waarbij zij u tevens kan helpen bij het structureel beheer hiervan.

Tip, combineer deze quickscan met een onderhoudsscan (al dan niet met een , dan heeft u een compleet beeld van uw gebouw(en).