Het pragmatische en concrete proces van het klimaatonderzoek ziet er als volgt uit:
1. Startbezoek
Tijdens het startbezoek vindt een interview plaats met de locatieverantwoordelijke persoon of personen. Hierbij wordt, mede door het vooraf invullen van een standaardvragenlijst, geïnventariseerd wat de medewerkers ervaren met betrekking tot de klachten ten aanzien van het binnenklimaat.
2. Verwachtingspatroon W-installatie
WHC voert (met de aangeleverde informatie, gegevens en tekeningen) een quickscan uit. De ruimten waar de klachten zich voordoen worden bezocht, inclusief de gebouw- en installatiedelen die invloed hebben op het binnenklimaat.Van de aanwezige klimaatinstallatie wordt vastgesteld wat de verwachte output kan zijn bij 100% correct functioneren en wat dit inhoudt voor de aanwezige personen in relatie tot de klimaatklachten. De output is vaak gerelateerd aan het bouwjaar van de locatie en de destijds geldende normen, standaarden en voorschriften.
3. Beknopt advies
Indien in overleg met een verantwoordelijk bevoegd persoon van uw organisatie (gebouwbeheerder en/of manager huisvesting & facilitair) wordt besloten dat vervolgonderzoek niet noodzakelijk is of geen toegevoegde waarde oplevert, worden de bevindingen en mogelijke vervolgstappen per e-mail kort en bondig verwoord richting opdrachtgever.
4. Werking installatie
Globaal onderzoek door WHC op locatie met betrekking tot de hoofdcomponenten van de klimaatinstallatie (regelinstallatie, opwekking en ventilatie). Hierbij worden de componenten in hoofdlijnen gecontroleerd op werking. Tevens worden indicatiemetingen verricht (middels lasertemperatuurmeting en visuele aflezing) om de output van de installaties te bepalen. Wanneer van tevoren een principeschema van de regelinstallatie met bijbehorende regeltechnische omschrijving en parameterlijst aangeleverd wordt, zal van tevoren bepaald worden welke controlemetingen uitgevoerd worden. Bij het ontbreken van deze informatie en documentatie wordt op locatie bepaald welke metingen zinvolle informatie kunnen opleveren.
5. Metingen op locatie
Op de diverse plaatsen waar de klachten in het gebouw zich voordoen wordt een aantal dataloggers geplaatst. Deze dataloggers meten gedurende een periode met een meetinterval van tien minuten de temperatuur en luchtvochtigheid. Aanvullend wordt in diverse ruimten ook de luchtkwaliteit in CO2 gemeten. In overleg met de medewerkers wordt vooraf het meetplan (plattegrondtekening, planning en invulformulieren) vastgesteld. In een periode van circa twee weken worden de dataloggers steeds conform de planning verplaatst naar verschillende ruimten
Tijdens de metingen moet per ruimte een kleine vragenlijst worden bijgehouden over het gebruik van de ruimte en de bezetting.
Na afloop van de meetperiode worden de dataloggers opgehaald ter uitlezing en verwerking.
6. Analyse en verwerking
Op kantoor van WHC wordt de data uitgelezen, geordend en geanalyseerd. Hier worden ook, indien nodig, de buitencondities van het KNMI bij betrokken.
7. Rapportage en advies
Alle bevindingen en meetresultaten worden verwerkt in een overzichtelijke rapportage. Op basis van de bevindingen vanuit het klimaatonderzoek en onze ervaringen met gelijksoortige problemen wordt een advies opgesteld. Het rapport wordt op locatie toegelicht aan opdrachtgever en digitaal aangeboden.