Warmtenetten: duurzamer, maar vaak nog duurder dan gas
Warmtenetten spelen een steeds grotere rol in de Nederlandse energietransitie. Ze moeten het aardgas stap voor stap verdringen door warmte via leidingen rechtstreeks naar woningen te brengen. Volgens de Duurzaamheidsrapportage warmtenetten 2024 van Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) is er de afgelopen jaren vooruitgang geboekt, maar de rapportage maakt ook duidelijk dat de verduurzaming nog lang niet af is.
Vooruitgang in grote steden
Vooral de grote warmtenetten in steden als Amsterdam, Rotterdam en Den Haag laten zien dat er beweging is. Ongeveer een derde van de geleverde warmte komt daar uit hernieuwbare bronnen, zoals geothermie en biomassa. Daarnaast wordt zo’n acht procent benut uit restwarmte, bijvoorbeeld afkomstig van fabrieken of elektriciteitscentrales. Middelgrote netten, vooral in gemeenten buiten de Randstad, blijven achter: zij halen gemiddeld slechts een vijfde van hun warmte uit duurzame bronnen. Voor de kleinere netten ontbreekt vaak een duidelijk beeld, omdat de gegevens schaars zijn.
Warmteverlies blijft groot

Een ander punt van zorg in het rapport van RVO is het warmteverlies onderweg. Bij grote netten gaat gemiddeld bijna een derde van de opgewekte warmte verloren voordat die bij bewoners aankomt. Dat verlies drukt niet alleen op de efficiëntie, maar ook op de duurzaamheidscijfers. Hoe kleiner het net, hoe groter de uitdaging om dit verlies beperkt te houden.
De rekening voor de bewoner
Naast de technische en milieukundige inzichten draait het voor bewoners uiteindelijk om de kosten. Uit recente onderzoeken blijkt dat huishoudens, die zijn aangesloten op een warmtenet, gemiddeld ruim vijfhonderd euro per jaar meer betalen dan mensen die met gas verwarmen. Dat verschil komt vooral door de hoge vaste kosten, zoals de verplichte huur van de afleverset en aansluitbijdragen, maar ook doordat de prijs per geleverde gigajoule warmte vaak relatief hoog is. Zelfs wie zuinig stookt, kan daardoor toch een forse rekening krijgen.
Dubbel beeld
Hiermee ontstaat een dubbel beeld. Enerzijds laten de cijfers van RVO zien dat warmtenetten daadwerkelijk groener worden, zeker in de grote steden. Anderzijds voelen veel bewoners de financiële pijn, zolang gas op korte termijn goedkoper blijft. De toekomst van warmtenetten hangt daarom niet alleen af van meer hernieuwbare bronnen en slimmer gebruik van restwarmte, maar ook van efficiëntere netwerken en een eerlijker tariefstructuur. Pas dan kunnen ze hun belofte waarmaken: schoon én betaalbaar verwarmen.