Veel gestelde vragen
Contact

Verduurzamen en de Routekaart

“Het exploitatie-, maatschappelijk-, werkomgeving- en wettelijk gericht toekomst bestendig maken van de gebouwde omgeving.”

Om organisaties zoveel mogelijk bij verduurzaming te ondersteunen verstrekt WHC veel informatie die door opdrachtgever gebruikt kan worden. Een voorbeeld hiervan is het informatieplatform verduurzaming.eu waar u terecht kunt voor pragmatische verduurzamingsvragen. Verder is WHC partner van de Dutch Green Building Council (DGBC) die zich bezig houdt met het toekomstbestendig maken van de gebouwde omgeving. Deze partnership past perfect binnen de visie en werkzaamheden van WHC.

Wat betreft het verduurzamen van de gebouwenvoorraad zijn vele wegen die naar Rome leiden. Belangrijk is de weg die past bij uw organisatie. Verduurzamen om energie te besparen, de CO2-emissie te verlagen en middels een afgestemd tijdschema voldoen aan de wettelijke bepalingen. Dit zijn de ingrediënten voor de routekaart tot 2030 en 2050, waarin een concreet verduurzamingsplan (vaak geïntegreerd met het MJOP) voor de komende jaren is opgenomen.

Hoe verder?
De overheid wil binnen Nederland bouwen conform de BENG uitgangspunten. Deze zijn voornamelijk gericht op nieuwbouw. Echter is het goed om deze uitgangspunten zoveel mogelijk vast te houden voor de gebouwde omgeving (renovatie, instandhouding en mutatie). Wat hier mooi op aansluit (voor de gebouwde omgeving) is om de energie en CO2-reductie te bewerkstelligen conform de Paris Proof methodiek. Zowel de BENG als de Paris Proof methodiek gaat uit van kWh/m2 doelstelling per categorie (bijvoorbeeld een zorglocatie met overnachting bedraagt maximaal 80 kWh/m2) per locatie. Verder is een belangrijke onderlegger voor het onderzoek de Trias Energetica.

De methodiek betreft het opvolgen van een stappenplan, realiseren van inhoudelijke acties binnen deze stappen en overgaan tot opvolging. Dan wordt alles SMART, uitlegbaar, overzichtelijk en pragmatisch haalbaar. Een pragmatische aanpak om integraal invulling te geven aan uw strategisch, tactisch en operationeel verduurzamingsbeleid en -plan!

Alvorens de stappen te doorlopen, hebben opdrachtgevers vaak een eerste beoogde doelstelling die zij wil verwezenlijken, waarbij rekening gehouden wordt met de verplichte wet- en regelgeving, als ook de combinatie met het onderhoudsplan en haar natuurlijke of besloten momenten.
De doelstelling(en) en mijlpalen worden verwoord in een te volgen tijdlijn.

Stappenplan:

  1. Vaststellen van de opgave en de doelstellingen.
    Samen met u wordt het plan voorbereid, de tijdlijn samengesteld en geformaliseerd. Minimaal hierin opgenomen zijn de wettelijke eisen.
    Voorgaande resulteert in een te volgen tijdlijn die onderdeel is van de route naar 2030, met een doorkijk naar 2050. In deze route wordt een operationeel verduurzamingsplan uitgelicht met een focus voor de komende 3 of 4 jaar.
    er wordt gestart met een invulling op basis van de dialoog vanuit het Lange Termijn HuisvestingsPlan (LTHP), waarin besluiten zijn of worden genomen omtrent:• Vernieuwing, oftewel nieuwbouw bepaling.
    Denk hierbij aan het aantal gebouwen tussen nu en 2050, die aan het einde van de technische en/of economische levensduur zijn en door nieuwbouw wordt vervangen.
    Een grote invloed is bijvoorbeeld de aanpassing van de economische levensduur.•Verduurzaming.
    Betreft het aantal gebouwen dat voor 2050 niet toe is aan vervanging, maar waarvoor specifieke verduurzamingsmaatregelen worden getroffen (slimme selectie op basis van
    natuurlijke momenten en kosteneffectiviteit).• Aardgasvrij maken resterende gebouwen.
    Na selectie van de ‘vernieuwing’ en ‘verduurzaming’ resteren de gebouwen om aardgasvrij te maken. Hiervoor wordt geen aanvullende verduurzamingsmaatregelen genomen,
    omdat 95% CO2 reductie door vervanging en verduurzaming al wordt bereikt. Moeilijk te verduurzamen objecten als monumenten krijgen hier een plek.
  2. Vaststellen en inventariseren/aanvullen informatie objectenportefeuille.
    De scopevaststelling en informatie van de vastgoedportefeuille vindt plaats middels:
    • stamkaart per gebouw.
    • onderleggers
    • uitgangspunten MJOP, verduurzaming en beheer.
  3. Bepalen CO2 footprint, energie inzicht en energiekosten
    Hier gaat het om de vaststelling van de huidige situatie en de onderverdeling hiervan binnen uw gebouw(en).
    Dit resulteert in vier uitwerkingen, visueel gepresenteerd in 4 grafieken:
    • CO2 footprint op basis van de energiebalans, incl. vervoer (woon-werk en werk-werk).
    • Energiebalans onderverdeeld per energie-eenheid en indien mogelijk onderverdeeld naar categorie/onderwerp.
    • Energieverbruik per m2.
    • Energiekostenverdeling gebouwen.
  4. Object analyse en besparingspotentieel
    De gebouwen worden onderzocht, waarbij na inspectie en interview de objecten geanalyseerd zijn en het besparingspotentieel inzichtelijk is gemaakt. Te adviseren is om de maatregelen te verwerken in het MJOP.
  5. De Routekaart en het Verduurzamingsplan
    Nadat het besparingspotentieel (CO2/energie) en DMJOP bekend is, het verduurzamingspotentieel aan maatregelen inzichtelijk en een eerste selectie is gemaakt, wordt een Routekaart opgesteld van de gebouwen/organisatie tot 2030 met de doorkijk naar 2050. Informatie die hiervoor gebruikt wordt is het LTHP, besluiten omtrent natuurlijke vervangingsmomenten en kosteneffectiviteit, fysieke gebouwinformatie. Organisatiemaatregelen kunnen tevens onderdeel uitmaken van de routekaart. Denk bijvoorbeeld aan zakelijk verkeer en brandstofemissie. Per onderwerp op de tijdlijn wordt benoemd wat, behorende bij de uitvoerings- en organisatiemaatregelen, de geraamde reductie/besparing, geraamde kosten, kostenkaders en het te bereiken resultaat is. Daarmee wordt richting gegeven in het scenario naar 2030 en 2050.
    Het laten uitvoeren van de voornoemde stappen en de bijbehorende maatregelen brengt tevens de investeringen in beeld, waarbij onderscheid wordt gemaakt in drie categorieën:
    • Onderhoudsmaatregelen (terugverdientijden < 5 jaar, vaak wettelijk verplicht)
    • Verduurzamingsmaatregelen (terugverdientijd <10 jaar)
    • Lange termijn maatregelen tot 2050.
  6. Financiering
    Een investeringsoverzicht en kosteneffectieve begroting, gespiegeld aan het MJOP. Deze wordt door opdrachtgever gebruikt als onderlegger voor de vaststelling van de financiering, bijdrage stakeholders, eventuele subsidies en daarmee het financiële plan.
  7. Realisatie en gebruiksfase
    Na vaststelling van het verduurzamingsplan volgt de realisatiefase oftewel de uitvoering en opvolging van het verduurzamingsplan. Een marktvraag naar aannemers of leveranciers kan plaatsvinden. Uw projectteam, eventueel met ondersteuning van WHC, voert de verduurzamingsprojecten uit. Aan het einde van elk jaar dienen de mutaties verwerkt/geüpdatet te worden in het (D)MJOP.
  8. Monitoring en resultaat
    Om te bewaken of de doelstellingen/prestaties worden gehaald en de awareness hoog te houden, dient het bestaande energiemonitoringssysteem actief gebruikt te worden. De energiedoelstellingen zijn vastgelegd en de afgesproken energierapportages opgesteld. Het jaarrapport wordt besproken. Er wordt is tevens inzicht verschaft in de historische en het werkelijke energieverbruik.
    Uiteindelijk worden jaarlijks de plannen op basis van de voortgang uitvoering verduurzaming bijgesteld en loopt opnieuw het Plan-Do-Check-Act binnen het verduurzamings- en DMJOP-proces. Mutaties dienen dus verwerkt te worden om de plannen bij te stellen.
  9. Beheer, actualisatie en herijking Routekaart
    Het jaarlijkse beheer is gestoeld op de volgende punten:
    Inspectie en conditiemeting
    • Actualisatie DuurzaamMeerJarenOnderhoudsPlan (DMJOP)
    • Herijken routekaart en Verduurzamingsplan.